InScience Film Festival

InScience Experiments: Dag 3

Dag 3 van InScience 2023 zat bomvol wonderlijke programma’s. Lees hier meer over de vertoningen van De Diepvriesdierentuin, O en Sophia.

Bevroren charisma

De diepvriesdierentuin. Is dat een dierentuin met ijsberen, keizerspinguïns en poolvossen? Nee. Het is de afdeling van een dierentuin waar genetische stalen van hun menagerie bewaard worden. Waarom ze dat doen, weten ze zelf nog niet helemaal zeker.

De technieken die we nu hebben zijn al verbluffend. In de documentaire De Diepvriesdierentuin kijken we naar wetenschappers die gepassioneerd proberen te voorkomen dat de noordelijke witte neushoorn uitsterft. De hoop is dat de technieken in de toekomst nog beter zullen worden, waardoor we meer mogelijkheden hebben om dieren te redden. Dan zal er echter wel genoeg diversiteit aan genen beschikbaar moeten zijn en dat is waarom het materiaal nu alvast opgeslagen wordt in de diepvriesdierentuinen.

Na de vertoning van De Diepvriesdierentuin, gemaakt door Susanne Linssen, komt de regisseur zelf naar voren voor een gesprek met Philippe Helsen en Zjef Pereboom van het Antwerp Centre for Research and Conservation. Het eerste wat besproken wordt is een vraag die ze vast al vaker hebben beantwoord: is dit hetzelfde als Jurassic Park? Het antwoord is kort en duidelijk: “Nee.” Het verschil zit hem in het feit dat de diersoorten waar nu mee gewerkt wordt door toedoen van de mens is uitgestorven, en niet door een natuurlijk verschijnsel.

Dat statement blijkt sterke gevoelens op te roepen bij het publiek. Al snel worden de vragen gesteld: “Experimenteren we nu op deze dieren om ons eigen schuldgevoel te sussen?” en “Kijken we ook naar het nut van het terugbrengen van een diersoort?”.

Pereboom geeft eerlijk aan dat dat een ethische en morele kwestie is waar misschien beter naar gekeken moet worden. In de documentaire zagen we het voorbeeld van het przewalskipaard. “Daarvan zeg ik: dat is een no-brainer”, zegt Pereboom. “De mens heeft ervoor gezorgd dat dit dier met uitsterven bedreigd wordt en het is duidelijk dat het voordelig is voor het ecosysteem als deze dieren er onderdeel van zijn. In het geval van de noordelijke witte neushoorn is dat minder voor de hand liggend. Er zijn nog genoeg zuidelijke witte neushoorns die wellicht ook als vervanging in het ecosysteem zouden passen. Dat zou wellicht een betere oplossing zijn.”

Linssen haakt hierop in: “Dat klopt, maar het onderzoek dat nu gedaan wordt met de noordelijke witte neushoorn is wel belangrijk voor de kennis die we opdoen. Die hebben we in de toekomst nodig. En een charismatisch beest als de noordelijke witte neushoorn werkt goed om mensen bewust te maken van de noodzaak.”

Daar wil Helsen ook nog iets over kwijt: “Mensen, deze fantastische documentaire schetst een hoopgevend beeld voor de toekomst, maar in de basis moeten we zorgen dat we de leefomgeving van de wilde dieren beschermen.” De diepvriesdierentuin geeft dus hoop op een laatste redmiddel, maar het liefst hoeven we ze niet te ontdooien.

(Tekst: Regina Behoekoe)

Wetenschap boven alles?

20.000 Eieren in kabinetten. Het is moeilijk om je er een voorstelling bij te maken. Gelukkig draaide op InScience de documentaire O. Hierin wordt een indrukwekkend beeld geschetst van een groep oölogen (eierkundigen) die tijdens de Tweede Wereldoorlog gepassioneerd doorgingen met het verzamelen van eieren.

De regisseur, Pim Zwier, vertelt na de vertoning van de film hoe hij aan dit verhaal kwam. Het was eigenlijk bij toeval, maar hij was verkocht vanaf het eerste moment dat hij een lade met eieren opentrok. Toen hij ontdekte dat er ook nog stapels aan dossier en briefwisselingen bij waren, wist hij dat er een film in zat.

Het contrast tussen eieren verzamelen en de oorlog is een belangrijk thema in de film. Hoewel de oorlog om de oölogen heen woedde, spraken ze er in hun brieven amper over. Ogenschijnlijk makkelijk konden ze de verschrikkingen van het dagelijkse leven aan de kant zetten voor hun obsessie. Zo geeft de documentaire niet alleen een beeld van toen, maar biedt het ook stof tot nadenken over onze huidige wereld.

(Tekst: Regina Behoekoe)

Experimenten in de bibliotheek

De experimenten op het InScience Film Festival beperken zich niet alleen tot het scherm: ook de bezoekers kunnen deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek! In de Mariënburgbibliotheek voeren wetenschappers korte testjes uit, waardoor het publiek kan ervaren hoe wetenschap tot stand komt.

Daarvoor moet je soms uit je comfortzone komen. Bij het experiment ‘Stressful saliva’ wordt gekeken naar de hoeveelheid speeksel die mensen produceren als ze naar de tandarts gaan. Verder is het mogelijk om je verbeeldingskracht te testen bij een kort computerexperiment. Zonder al te veel weg te willen geven: het is moeilijker dan je denkt. En via een tekst-based adventure game kun je terug in de tijd, naar 2023. Lukt het jou om de ernstige temperatuurstijging te voorkomen?

Na afloop van de experimenten nemen de researchers de tijd om vragen over hun onderzoek te beantwoorden. Ze zijn stuk voor stuk heel blij met het enthousiasme van de bezoekers. De bibliotheek wordt zo een plek om zelf op ontdekking te gaan én bij te dragen aan de wetenschap.

(Tekst: Regina Behoekoe)

Sophia

Wat maakt een mens tot mens? Verdient een robot mensenrechten? De visueel meeslepende documentaire Sophia biedt interessante antwoorden op deze vragen. Robots zijn er in vele soorten en maten. Vaak worden ze gebruikt om banen te automatiseren in industrieën zoals productie, gezondheidszorg en landbouw. Robotica-hoogleraar David Abbink (TU Delft) gaf loopbaanadvies voor robots, begeleid door een operakoor onder leiding van muziektheaterregisseur Isabel Schröder.

Als iemand ons vraagt om ons een robot voor te stellen, stellen we ons iets voor als een metalen mensachtige machine. Films als Star Wars leren ons op een antropomorfe manier over robots te denken. De meeste echte robots zien er echter niet zo uit. Denk aan robotstofzuigers, explosievenrobots of robots om asperges te plukken. Een onderzoeksteam van de TU Delft sprak met medewerkers die deze robots dagelijks gebruiken. Ze ontdekten de verwachtingen en eisen van robots op de werkvloer.

David Abbink legt uit: “Films gaan niet over dezelfde vragen waar wij als onderzoekers mee te maken hebben. Onderwerpen als robotrelaties en robotrechten zijn allemaal erg metafysisch. De vragen die we behandelen draaien om praktische robots op de werkvloer. We werken aan de algoritmen om de interactie tussen mens en robot te verbeteren.” Het onderzoeksteam benadrukt het belang van daadwerkelijk luisteren naar mensen die met deze technologieën werken. “De enige zinvolle manier om een robot te ontwikkelen, is door dit te doen in samenwerking met de mensen die de robots gaan gebruiken.” Huidige robots en hun ontwerpers beperken zich vaak tot productieverbetering van deelprocessen. Daarom sluiten robots niet altijd aan bij de behoeften van de medewerkers. De enige manier om deze drempel te overschrijden, is door het gesprek te openen tussen de gebruiker en de wetenschapper achter het algoritme.

Het gesprek heeft geresulteerd in een lijst met behoeften die medewerkers aan de fabrikant vragen. Dit werd in operavorm vertaald door muziektheaterregisseur Isabel Schröder. “Het koor vertegenwoordigt de groep mensen die al met robots werkt en daarover verslag doet.” Ze kanaliseren de verlangens, angsten en behoeften van de medewerkers. De opera is opgedeeld in drie delen. “Precisie, Perfectie, Eigenschap” zijn woorden die in het eerste deel herhaald werden. Ze drukken de behoefte uit aan precisie en een gevoel van kwaliteit waaraan momenteel niet wordt voldaan. Het middelste deel ging in op de kwetsbaarheid van machines: hoe ze de neiging hebben om op de slechtste momenten kapot te gaan. “Je bent zo gevoelig, je bent een stuk werk. Je bent weer kapot gegaan.” Het laatste deel ging over knoppen, die een poort vormen tussen gebruiker en machine. Hier vindt de interactie plaats. Muziek is zeker een slimme, zo niet unieke manier om de uitkomsten van onderzoek te presenteren. Opera heeft altijd gevoel voor urgentie en lijkt perfect in staat nuances uit te drukken en toch toegankelijk te blijven. Over het algemeen was het programma een succes, met een vrij grote opkomst. De diversiteit van het programma sloot perfect aan bij de uitgestrektheid van het veld. Robotica reikt veel verder dan A.I. en informatica. En met een muzikaal tintje wordt robotica voor iedereen begrijpelijk.

(Tekst: Ru Dahm)

Foto: Almicheal Fraay
Foto: Almicheal Fraay

Bekijk ook

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Blijf altijd op de hoogte van de laatste nieuwtjes.